Mevouw Kool-Bonnet

Mevouw Kool is als meisje Bonnet geboren en getogen in de Orteliusstraat.
Ook na haar huwelijk is ze de buurt trouw gebleven. Met haar man woont ze alweer 51 jaar een straatje verderop.


Over de oorlog...
Tijdens de oorlog was ik zo tussen de twaalf en veertien jaar oud, ik zat in het zevende leerjaar. Daar kregen we Engelse les en dat vond ik geweldig. Later moesten we Duits leren op school maar dat mocht ik niet van mijn vader.

We speelden in die tijd wel minder buiten, maar ik maakte heel graag mijn huiswerk. Mijn meester vroeg eens wie er graag honderd sommen wilde maken thuis, nou dat wilde ik wel. Ik was gek met rekenen, Nederlands en Engels. Eigenlijk heb ik in die tijd alleen maar geleerd, gewerkt en aan mijn ontwikkeling gewerkt. We moesten tot ons achttiende naar school, mijn zussen en ik gingen naar spinazieacedemie, zo noemden we de huishoudschool.

Over spelen...
Zoals gezegd was ik veel binnen en dan las ik veel. Ik was lid van een boekenclub, eigenlijk een soort spaarsysteem: je betaalde 10 cent per week en dan kreeg je om de drie weken een boek. Spookhuis op de Veluwe is me als enige titel bijgebleven, dat vond ik een erg spannend boek. Iedere woensdag ging ik naar een leesclubje, daar mocht je niet praten en toen ik dat toch een keer deed moest ik meteen mijn boek inleveren en naar huis. Daarna ben ik nooit meer terug geweest.

Ook zat ik op een kinderkoor, daarmee kwamen we elke twee weken op de radio. Dan gingen we naar Hilversum en zongen we voor het programma 'Nederlandse Volksklanken' liedjes uit boeken. En de gymnastiekclub natuurlijk, daarmee zijn we nog eens in het Olympisch Stadion geweest op een Olympische dag.

Verder punnikten we 'paardenleidsels' waarmee we buiten op straat speelden met de kinderen uit de buurt. Je werd dan opgehaald: 'Ali, kom je buiten spelen?'. Voor donker moest je weer thuis zijn, voordat de straatlantaarns aan gingen. Buiten was touwtje springen of hinkelen favoriet. Of we deden stilstand krijgertje, onder de poort van de Jan Evertsenstraat. Die is nu dichtgebouwd, er staat een patatkraam. Waar Alladin zit was het ook helemaal open. Ik kwam ook wel in de Van Spilbergenstraat en op het Mercatorplein, daar stond naast een kiosk een toilet. Daarvan deden wij van achter steeds de deur open, dan kwam die vrouw van de kiosk met water achter ons aan.

Bron: Orteliusbuurt vol verhalen. Uitgave Stichting DOCK, oktober 2006.

        


Historisch Archief De Baarsjes